De volwassen hond

Castratie en sterilisatie via kijkoperatie

Sterilisatie van de teef

(Klik hier voor het misleidende begrip sterilisatie)

De teef kan vanaf een maand of zes voor de eerste keer loops worden. Wanneer u bij voorbaat zeker weet dat u geen nestje wilt, dan kunt u het beste uw hond nog voor de eerste loopsheid laten steriliseren. Het is ook mogelijk om de loopsheid te voorkómen door middel van een injectie. Deze injectie dient echter regelmatig te worden herhaald en brengt ook gezondheidsrisico’s met zich mee. Daarom is deze injectie vooral bruikbaar als tijdelijke oplossing,

Voordelen van sterilisatie:

  • Voorkómen van een onbedoeld nestje.
  • Voorkómen van hinderlijke aandacht van reuen.
  • Algehele gezondheidswinst. Bij herhaling heeft uitgebreid onderzoek uitgewezen dat (vroeg) gesteriliseerde teven een veel hogere levensverwachting hebben (gemiddeld 1 tot 2 jaar) dan niet-gesteriliseerde teven. Dit is als volgt te verklaren:
    • Schijndracht
      Na elke loopsheid volgt een periode van 6-8 weken waarin het zwangerschapshormoon progesteron wordt gevormd. In afwijking van bijvoorbeeld de mens gebeurt dit dus ook als de hond niet drachtig is. Dit kan zich in meer of minder mate uiten door opgezette melkklieren, toegenomen buikomvang of ander gedrag. Met name in de laatste fase kan dit zelfs tot nestdrang leiden.
    • Borstklierkanker
      Progesteron is verantwoordelijk voor stimulering van de melkklieren en daarmee ook voor de vorming van borstkliertumoren op oudere leeftijd. Borstkliertumoren komen veel voor bij de oudere hond (tot wel 50% bij sommige rassen) en zijn veelal kwaadaardig. Het ontdekken van knobbeltjes in de borstklieren noodzaakt dan ook tot uitgebreide chirurgie die simpel voorkomen had kunnen worden door de hond voor de eerste loopsheid te steriliseren. De kans op borstkliertumoren is dan tot bijna nul gereduceerd.
      Eén keer loops laten worden is een verouderd advies: zelfs één keer loops worden vergroot de kans op borstkliertumoren op latere leeftijd al met 4 tot 8%! Wachten met steriliseren tot na de eerste loopsheid zoals soms nog gepropageerd wordt, is dan ook een achterhaald advies. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt zijn er geen voordelen (andere dan gevoelsmatige) aan te tonen van het één keer loops laten worden.
    • Suikerziekte (klik hier voor algemene uitleg over suikerziekte).
      Progesteron zoals dat na elke loopsheid wordt gevormd is een enorme belasting voor de suikerstofwisseling. Progesteron leidt tot groeihormoonproductie wat het lichaam ongevoelig voor insuline maakt. Hierdoor kan er suikerziekte ontstaan. Het is dan ook niet vreemd dat suikerziekte bij niet-gesteriliseerde teven op oudere leeftijd veelvuldig voorkomt.
    • Baarmoederslijmvlies ontstekingen
      Onze huishond bereikt tegenwoordig vaak een hoge leeftijd. Honden kennen niet zoiets als de overgang. Met name bij oudere honden zorgt deze voortdurende hormonale activiteit op latere leeftijd voor baarmoederafwijkingen, zoals CEH. Hierbij worden er cysten van enkele mm groot gevormd in de wand die zowel operatief als op een echo te zien zijn. Een afwijkende wand kan zich minder goed verdedigen waardoor er vaak een baarmoederslijmvliesontsteking (endometritis) ontstaat waardoor er een kleine beetje ontstekingsvloeistof wordt gevormd.
      Deze honden zijn ook minder fit waarbij u als eigenaar vaak denkt dat het ouder worden hiervoor verantwoordelijk is. Honden verouderen echter meestal niet opeens. Indien dit wel zo is, is dit vaak een aanwijzing voor een gezondheidsprobleem. Dit wordt onderstreept door veel eigenaren van honden die op oudere leeftijd worden gesteriliseerd, deze zich nadien ineens weer veel jonger en fitter gedragen.
    • Pyometra
      indien een hond na de loopsheid zijn eetlust verliest, het drinken juist toeneemt en een wat futloze indruk maakt, dan moet sterk rekening gehouden worden met een baarmoeder infectie (klik hier voor het verschil tussen een ontsteking en een infectie). De baarmoeder is dan vergroot en gevuld met ontstekingsvocht en bacteriën. Een dergelijke met pus gevulde baarmoeder, ook wel pyometra genoemd, vormt een ware tijdbom. De infectie vindt meestal plaats tijdens de periode van de loopsheid waarin de baarmoeder open staat (de oestrus). Als het slijmvlies al niet meer gezond is of er al een ontsteking met slijmvorming aanwezig is, kunnen bacteriën zich hier huisvesten.
      Pyometra is een levensbedreigende situatie en moet vaak als spoedgeval  behandeld worden omdat er een sepsis kan ontstaan. De enige echte remedie is de zieke baarmoeder operatief te verwijderen. Veel eigenaren zien hier tegen op omdat de hond wat ouder is en al langer geen goede indruk meer maakt. Indien bloedonderzoek echter aantoont dat de nieren goed werken, zijn met de ervaring in chirurgie, narcose en nazorg in een kliniek als de onze, de vooruitzichten echter uitstekend. Een andere methode van behandeling is een combinatie van (abortus)hormonen en antibiotica. Doordat het een tijdje duurt voordat het werkt is deze behandeling niet zonder risico. Bovendien is het effect maar tijdelijk. Bij de volgende loopsheid komt de baarmoederinfectie zeer waarschijnlijk in alle hevigheid terug.

Nadelen van sterilisatie:

Hoewel de nadelen van sterilisatie eigenlijk nooit opwegen tegen de voordelen, worden ze voor de volledigheid genoemd:

  • Bij sterilisatie van grote hondenrassen neemt de kans op incontinentie op latere leeftijd wat toe doordat er geen oestrogenen meer worden geproduceerd. Bijna altijd gaat het om zware en/of grote honden. Risicorasssen zijn: de Boxer, Dobermann (Pinscher), Old English Sheepdog (Bobtail), Weimaraner, Riesenschnauzer, Bouvier, Ierse setter maar ook de Dwergpoedel. Inmiddels is aangetoond dat dit risico bij dieren met een gecoupeerde staart hoger is. Dit komt waarschijnlijk omdat met het couperen de zenuwen in de staartwervels (het verlengde van het ruggenmerg) en daarmee de schakelcentra in de blaas worden beschadigd. Nu couperen niet meer is toegestaan, mag worden aangenomen dat dit risico bij rassen als de Boxer en Dobermann is afgenomen. Eventuele incontinentie op oudere leeftijd als gevolg van sterilisatie kan echter eenvoudig medicinaal worden verholpen, mits de baarmoeder is verwijderd.
  • Na sterilisatie hebben honden de neiging om dikker te worden. Dit moet u dus goed in de gaten houden en kunt u voorkomen door zo’n 10-20% minder voer te geven.
  • Na sterilisatie kunnen vachtveranderingen optreden. Dit wordt vooral, maar niet uitsluitend, gezien bij rassen met een lange vacht zoals de setter, de Briard, de Golden retriever, de Berner sennenhond, Engelse cocker spaniel, langharige Dashonden en de Newfoundlander.
  • Gedrag: doorgaans zijn er geen gedragsveranderingen. Een felle teef zal dat na een sterilisatie zeker nog steeds zijn. Onderzoek heeft uitgewezen dat agressief-dominante teven agressiever worden na sterilisatie

Verdere opmerkingen

Wanneer de hond vlak na de loopsheid wordt gesteriliseerd, kan dit in een zeldzaam geval leiden tot schijndracht. Wij doen deze ingreep dan ook bij voorkeur op een ander moment.
Wanneer het echter de eerste loopsheid betreft, is het beter de hond toch al gedurende die loopsheid te steriliseren omdat daarmee wordt voorkomen dat de progesteronproductie op gang komt en daarmee de kans op het optreden van borstklierkanker alsnog vergroot.

De ingreep via een kijkopening

Veelal wordt een sterilisatie uitgevoerd door de buik ruim te openen waarbij de chirurg in de buik de eierstokken en de baarmoeder opzoekt, afbindt en verwijdert.
De laatste jaren maakt de endoscopische sterilisatie opgang. Via een kleine kijkopening wordt een kijkbuis en instrumentarium in de buik gebracht waarmee de eierstokken in de buik worden afgebonden. De baarmoeder kan gewoonlijk niet worden verwijderd met deze methode.
Een tussenweg is een sterilisatie via een kijkopening, Via een kleine opening worden eierstokken en baarmoeder in de wondopening gebracht en daar afgebonden. Hiermee worden de voordelen van beide methoden gecombineerd. Een klein sneetje in de buik, een korte operatie, snel herstel, de baarmoeder kan worden verwijderd, maar niet de kosten van de endoscopische operatie en zelfs vaak lagere kosten dan van de klassieke operatiemethode. Wel vraagt deze methode net als de endoscopische methode een veel grotere vaardigheid en anatomische kennis van de chirurg. In  hun ijver om de duurdere endoscopische operatie te propageren, wordt deze vaak alleen vergeleken met de klassieke ingreep en niet met bovengenoemde methode.


Het laten zitten van de baarmoeder heeft geen voordelen, maar wel duidelijke nadelen. Niet alleen kan deze baarmoeder alsnog op latere leeftijd problemen geven, maar ook is inmiddels gebleken dat, indien het op latere leeftijd nodig is, het meest geëigende middel voor incontinentie bij teven niet veilig kan worden toegepast. Dit is ook een van de voornaamste nadelen van een endoscopische sterilisatie.

Samengevat

De algemene gezondheidswinst die zich nog het best vertaalt in een hogere levensverwachting van gemiddeld 1 tot 2 jaar is zo groot dat, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn, altijd moet worden overwogen een teef voor (of desnoods tijdens) de eerste loopsheid te laten steriliseren.
De op onze kliniek uitgevoerde sterilisatie gaat via een kleine kijkopening, is snel en daardoor zeer betaalbaar.

Tarieven

Voor tarieven van castratie en sterilisatie zie de tarieven.

Castratie van de reu

Castratie en gedrag

Als de reu last heeft van dominant, agressief en/of seksueel gedrag kan dit een overwegingen zijn om hem te laten castreren. Daarnaast reduceert castratie de kans op prostaatontstekingen. In veel gevallen wordt echter het effect op het gedrag erg overschat. Neem contact met ons op als u hier meer over wil weten.

Chemische castratie

Het was voorheen mogelijk om een reu tijdelijk (4 tot 8 weken) met behulp van een injectie te castreren. Op deze wijze kan worden nagegaan of castratie het gewenste effect geeft. Deze vorm van beïnvloeding werkt door toediening van een grote hoeveelheid hormoon wat vergelijkbaar is met het zwangerschapshormoon progesteron. Hierdoor wordt weliswaar de productie van mannelijke hormonen geremd maar wordt tevens door het progesteron een gedragsverandering bewerkstelligd. Het effect op het gedrag is per definitie niet helemaal vergelijkbaar met een operatieve castratie. Deze injectie is verdrongen door het implantaat.

Implantaat

Sinds 2008 is het mogelijk om een reu te castreren door middel van een minuscuul implantaat ter grootte van een chip. Het implantaat lost langzaam op en geeft een stof af die minimaal 6 maanden het hormooncentrum in de hersenen remt en zo de aanmaak van geslachtshormonen beïnvloedt. Reuen met een implantaat zijn tijdelijk onvruchtbaar. Het wegvallen van testosteron heeft hetzelfde resultaat in vergelijking met een castratie.

Zie voor het tarief  Tarieven Implantaat

Zie ook het artikel ‘De pil voor de reu’ in de nieuwsbrief juli 2008. Voor de bijsluiter over deze chemische castratie kunt u hier klikken.

Het implantaat kan vooral bij jonge honden zichtbaar maken of castratie misschien een goede maar definitieve oplossing is. Het implantaat kan ook helpen om honden door de soms wat lastige eerste levensjaren heen te helpen.

NB , in de roedel zijn alleen de alfa reu, de grootste sterkste dapperste reu in de hiërarchie, en evt de reu er direct onder hormonaal actief. Bij de andere reuen in de roedel onderdrukt een hormoon in de hersenen de productie van testosteron. Dit voorkomt allerlei vechtpartijen en is dus een goed systeem binnen de honden roedel. Het implantaat bootst dit systeem na. Eigenlijk is dit dus natuurlijker dan castreren, het verwijderen van de teelballen. 

Tarieven

Voor tarieven van castratie en sterilisatie zie tarieven.

Zinvolle vaccinaties bij de hond

Pups

Pups moeten meerdere keren worden geënt voordat zij een goede bescherming tegen diverse ziekten hebben. De eerste vaccinatie kan worden gegeven op een leeftijd van 6 weken. Herhaling op de leeftijd van 9 en 12 weken. (zie verder een nieuwe pup). De cocktail biedt bescherming tegen hondenziekte, het parvo-virus, de ziekte van Weil, leverziekte en het para-influenza-virus.  Daarnaast kunnen aanvullende beschermingen  zoals Rabies, kennelhoest, Lyme (tekenziekte), babesiosis zinvol zijn.

Jaarlijkse (her) vaccinatie voor volwassen dieren

 U ontvangt van ons een herinneringskaartje als uw hond weer toe is aan de vaccinatie. Niet elke vaccinatie uit de cocktail hoeft jaarlijks herhaald te worden. De ziekte van Weil, para-influenza en de besmettelijke hondenhoest (kennelhoest) moeten voor een goede bescherming wel jaarlijks herhaald worden. Zowel de ziekte van Weil als de besmettelijke hondenhoest komen regelmatig voor. Omdat de ziekte van Weil ook de mens kan besmetten is jaarlijks vaccineren nog steeds van belang
Daarnaast kunnen herhalingen van aanvullende beschermingen  zoals Rabies, kennelhoest, Lyme (tekenziekte), babesiosis zinvol zijn.

Aanvullende vaccinaties

Rabiës (hondsdolheid)

Wanneer u met de hond naar het buitenland reist is het verplicht deze minimaal een maand (EU 21 dagen) voor vertrek te laten vaccineren tegen hondsdolheid.

Lyme disease (borreliose/tekenziekte)

De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia Burgdorfi, welke wordt overdragen door teken (met name de Ixodes Ricinus teek). Uit onderzoek blijkt dat 20-40% van de Nederlandse Ixodus-teken besmet is met de Borrelia-bacterie. De symptomen kunnen erg algemeen en vaag zijn en het kan maanden duren voordat ze zichtbaar worden.  

Voorkomen van de ziekte vam Lyme kan door  tekendodende middelen zoals Bravecto, de Scalibor band of de advantix pipetten voor in de nek, maar er kan er nu ook gevaccineerd worden tegen de ziekte van Lyme bij honden! Het vaccin mag gegeven worden bij honden vanaf 12 weken oud. Het advies is om voor het tekenseizoen te vaccineren (februari/maart). De basisvaccinatie bestaat uit 2 vaccinaties met een tussentijd van 3 weken. Daarna is een jaarlijkse herhaling voldoende voor 12 maanden bescherming. Zie ook

Babesiosis (ziekte welke door teken wordt overgebracht in Zuid Europa)

Overzicht ziekten in het buitenland
we reizen vaker en meer als vroeger. Ook is het normaal geworden om daarbij je hond mee te nemen. Veel hondenbezitters realiseren zich daarbij niet dat met name in Zuid Europa er veel besmettelijke ziektes kunnen oplopen die we hier in Nederland niet kennen. Sommigen daarvan kunnen worden voorkomen door vaccineren. Voor andere ziekten (hartworm leishmania) zijn ander preventieve maatregelen nodig

Babesia
ls u meerdere keren per jaar u hond meeneemt naar Zuid-Europa, of wanneer u daar langere tijd verblijft, kan het verstandig zijn om uw hond ook te vaccineren tegen babesiose. Dit is een tekenziekte die nauwelijks in Nederland voorkomt. Houd er rekening mee dat deze vaccinatie de eerste keer na 3 à 4 weken moet worden herhaald. Dit vaccin kan niet in combinatie met andere vaccinaties worden gegeven!
Uw vragen over een bezoek aan het buitenland met uw hond beantwoorden wij graag.
Zie ook: met uw huisdier op reis.
Klikt u hier voor de tarieven van de vaccinaties

Twee verschillende vaccinaties tegen de besmettelijke honden hoest (voorheen kennelhoest

Er is ook een combinatie van de jaarlijkse cocktailvaccinatie en een kennelhoestvaccinatie.
Kennelhoest is een zeer besmettelijke luchtweginfectie die in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden niet alleen in kennels, maar bij elk contact met andere honden en dus eigenlijk overal kan worden opgelopen. Naast kennels verzoeken ook hondenscholen eigenaren steeds vaker de hond tegen kennelhoest te laten vaccineren.
Er zijn twee vormen van vaccineren tegen kennelhoest: de injectie en neusdruppels. De injectie wekt alleen afweerstoffen in de bloedbaan op. De neusdruppels wekken vooral afweerstoffen in het slijmvlies van de luchtwegen op. Voordeel van neusdruppels is dat de kennelhoest-bacterie (bordetella) onschadelijk gemaakt wordt vóórdat deze de longen kan bereiken.

Bescherming per injectie

Het is mogelijk uw hond op eenvoudige wijze per injectie een basisbescherming te bieden tegen kennelhoest. Meestal gebeurt dit in combinatie met de jaarlijkse vaccinatie. Om gedurende een langere periode een redelijke basisbescherming te krijgen moet de vaccinatie tegen kennelhoest na de eerste toediening na 3 tot 4 weken herhaald worden. Wij adviseren u deze injectie tegen kennelhoest jaarlijks te herhalen.
Hoe korter voor een kennelbezoek u de hond tegen kennelhoest laat enten, hoe beter de bescherming zal zijn. In combinatie met de vaccinatiecocktail zijn de jaarlijkse extra kosten laag (ongeveer 4 euro).

Voordelen

Tegen lage extra kosten jaarlijks een extra bescherming.

Nadelen

De bescherming is minder goed dan de neusdruppelmethode. Op de plaats van de injectie (gewoonlijk de rechter ribwand) ontstaat in een deel van de gevallen een bobbeltje maar dat zal in enkele weken weer verdwijnen. Vooral kleinere hondjes kunnen hier soms wat last van hebben. Na de eerste vaccinatie duurt het vele weken voordat de bescherming optreedt.

Bescherming via neusdruppelmethode

Een alternatief voor de vaccinatie per injectie is een neusdruppelvaccinatie. Deze geeft een betere en langdurige bescherming dan de vaccinatie via de injectie. De bescherming blijft een jaar van kracht Deze vaccinatie kan ook met de jaarlijkse vaccinatie worden meegegeven. Sommige kennels verlangen toch een vaccinatie van maximaal een half jaar oud.

Voordelen

Reeds enkele dagen na de vaccinatie ontstaat een hechte immuniteit. Het is dus mogelijk om deze vlak voor het kennelbezoek toe te dienen. Een ander voordeel is dat als het om een éénmalige bescherming gaat, de hond slechts één keer gevaccineerd hoeft te worden en dus ook maar één keer hoeft langs te komen. De entstof wordt uitstekend verdragen.

Nadelen

Als de neusdruppelvaccinatie jaarlijks naast de cocktail wordt gegeven is deze vaccinatie beter, maar aanmerkelijk duurder. Indien de vaccinatie als eenmalige bescherming voor een bezoek aan de kennel wordt gegeven is de prijs te vergelijken met de prijs van de twee injecties die de eerste keer nodig zijn voor de injectiemethode. Sommige honden accepteren slecht dat hun snoet wordt vastgepakt om de neus te druppelen. Bij deze gevallen wordt een snuitje gebruikt.

Deze neusdruppel-entstof wordt daarom vooral gebruikt bij honden die op korte termijn naar een kennel gaan of voor honden waar optimale bescherming wenselijk is, zoals honden met hartproblemen of niet-optimale luchtwegen. Wij adviseren u graag over de vorm van vaccinatie tegen kennelhoest.
Voor recente informatie zie ook: informatie pneumodog voor pensionhouders.
Zie voor de kosten van de verschillende vaccinaties de tarieven.

Vaccinaties  hoe zinvol is het

Vaccinaties zinvol en veilig?

Vaccineren stimuleert de afweer, zowel specifiek voor datgene waar je tegen vaccineert als aspecifiek. 

Verschillende soorten vaccins:

  • vaccins met een verzwakte stam (de meest natuurlijke vorm van vaccineren).
  • vaccins met een verwant virus, bijvoorbeeld het mazelenvirus bij honden geeft bescherming tegen het hondenziektevirus.
  • vaccins met een dood virus en adjuvans (een stof die het afweersysteem prikkelt).
  • vaccins met een vectorvaccin. een onschuldig virus krijgt erfelijke eigenschappen mee van het doelvirus. 
  • RNA-vaccins. Deze gebruiken een RNA-onderdeel van het virus om het lichaam te prikkelen om een specifieke afweer te maken. Er zijn nog geen vaccins bij honden met deze techniek.

Bij infectie met een ziekte is de reactie van een lichaam zeer verschillend. De een heeft nauwelijks klachten, de ander wordt flink ziek. De een heeft daarna lange tijd een goede afweer de andere niet. Incidenteel blijft het lichaam klachten houden. Bijvoorbeeld door een ontspoord afweersysteem of blijft de infectie aanwezig al dan niet met klachten. Hoe het lichaam reageert hangt af van vele (deels onbekende) factoren, algemene gezondheid, de dosis infectieus materiaal, de manier waarop je met de infectie aanraking komt enzovoorts.

Ook bij vaccinatie zijn er allerlei reacties mogelijk. Door de juiste dosering op de juiste manier aan te brengen bij alleen gezonde dieren zijn de reacties echter veel uniformer. Bijwerkingen van vaccineren zijn dan ook veel zeldzamer dan bij dieren die de ziekte doormaken. 

Voor zinvol discussiëren over vaccinaties is veel kennis van vaccins en van het afweersysteem nodig.

‘Dode’ vaccins zijn veilig in gebruik, praktisch, goedkoop en simpel te maken maar prikkelen het afweersysteem op de minst natuurlijke manier. Het lichaam reageert daarbij meer in de vorm van opruimen van ongewenste vreemde stoffen dan het doormaken van een infectie.  Dode vaccins zijn de oudste vaccins die we konden maken. Veel zorgen over vaccins zijn eigenlijk zorgen over deze ‘dode’ vaccins.

Praktische consequenties van vaccineren en groepsimmuniteit
In de jaren ’70 dook er een nieuwe  ziekte op onder honden namelijk Parvo. Parvo is een buitengewoon besmettelijke variant van kattenziekte die buiten maanden kan overleven Geen enkele hond had de ziekte nog doorgemaakt en de ziekte kon zich dan ook snel verspreiden. Er vielen veel dodelijke slachtoffers en honden die ziek werden hadden veelal een intensieve behandeling nodig om een kans te maken. Deze ziekte maakt nog steeds  veel slachtoffers onder jonge honden. Verder is deze ziekte moeilijk te onderscheiden van een veel voorkomende vorm van diarree bij de jonge honden (toxine-diarree) die vaak abusievelijk Parvo-diarree wordt genoemd.

Is de hond goed gevaccineerd dan kan deze het Parvo-virus niet verspreiden en hoeft er bij diarree geen rekening gehouden te worden met deze ziekte. In geval van bloederige diarree hoeft er ook niet getest te worden en geen (kostbare) quarantainemaatregelen genomen te worden. Naarmate er meer honden gevaccineerd zijn is de kans op een snelle verspreiding van de ziekte ook veel kleiner. Vaccineren beschermt dus niet alleen je eigen honden, maar als hondenliefhebber draag je met een vaccinatie ook wat bij aan de gezondheid van alle honden.

Vaccinatie of een titerbepaling (titeren)

Het afweersysteem beschermt de hond tegen allerlei aandoeningen. Een aantal ziekten kunnen echter zo ernstig verlopen of zo besmettelijk zijn dat hier vaccins tegen zijn ontwikkeld. Het gaat  hierbij vooral om virusinfecties omdat hier nog nauwelijks medicatie tegen is ontwikkeld. 

Omdat jonge honden het meest kwetsbaar zijn is het vooral belangrijk om de jonge hond tegen diverse infecties te vaccineren . Afhankelijk van de leeftijd en de aard van de beoogde vaccinatie moet dat één  of meerdere keren gebeuren. 

Bij vaccineren wordt het afweersysteem geprikkeld om specifieke afweer te ontwikkelen tegen de beoogde ziekte.
Het afweersysteem heeft vele manieren om te reageren. Bijvoorbeeld het aanmaken van specifieke afweercellen en specifieke afweerstoffen.

Om te zorgen dat het afweersysteem op peil blijft tegen specifieke ziekten wordt vaccineren herhaald. Het is echter denkbaar dat de hond in de tussentijd in aanraking is geweest met de ziekte en dus hervaccineren niet nodig is. 

Door meten van de hoogte van afweersysteem in het bloed  kun je bij een aantal infecties een idee krijgen over de afweer (Parvo adenovirus en hondenziekte);  tegen deze ziekten wordt normaal gesproken om de drie jaar gevaccineerd.

Ziekten die echter door het afweersysteem niet bestreden worden met het het maken van specifieke afweerstoffen in het bloed kunnen zo niet gemeten geworden zoals kennelhoest en leptospirose.

Het bepalen van de afweerstoffen kan door middel van:

  • Sneltesten: deze geven geen getal maar door een kleuromslag de mate van afweer aan.
  • Laboratoria: deze geven een getal en daardoor een beter inzicht.

Conclusie 

  • Het goed en compleet vaccineren van jonge honden is sterk te adviseren. 
  • Het jaarlijks hervaccineren van honden tegen leptospirose en besmettelijke hondenhoest is wenselijk. Het is niet mogelijk om door middel van een titerbepaling te beoordelen of hervaccinatie nodig is.
  • Het om de drie jaar vaccineren tegen Parvo, Hondenziekte  of Adeno-virus om het afweersysteem goed op peil te houden is aan te raden. Eventueel kan gecontroleerd worden of hervaccinatie nodig is. De kosten van een titerbepaling zijn echter hoger dan het vaccineren zelf. Betrouwbaar testen kan het best via een laboratorium gebeuren maar deze zijn duurder dan sneltesten. 
    Bij titerbepaling  gaat onze voorkeur uit naar een laboratorium. Immers als er niet gekozen wordt voor hervaccinatie dan willen wij graag maximale zekerheid hebben dat dit een veilige keus is. 

Overzicht klassieke aandoeningen bij de hond

Distemper (ziekte van Carré)

Ook wel hondenziekte genoemd. De ziekte uit zich door verschijnselen van de hersenen, braken, diarree, longontsteking en oog- en neusuitvloeiing. Het wordt vooral bij puppy’s gezien die slecht gevaccineerd zijn en of illegaal uit het buitenland komen.

Parvo

Parvo is een zeer besmettelijk virus wat zeer lang op straat kan overleven. Besmetting kan overal optreden en ook aan de schoenen mee naar binnen worden genomen. Vaccinatie 1 keer per 3 jaar werkt uitstekend en is dan ook zeer aan te raden.

Dit virus vernietigt de darmvlokken. Hierdoor ontstaat heftige diarree met bloed. De honden kunnen ook ernstig braken, houden niets meer binnen en raken door het enorme vochtverlies zeer snel uitgedroogd. Ook komt acute sterfte door een ontsteking van de hartspier voor. Indien een niet-gevaccineerde hond besmet raakt met Parvo overleven veel dieren dit niet. Intensieve diergeneeskundige behandeling kan wel veel, maar niet alle levens redden.

De uitdroging bij Parvo zorgt voor een verminderde doorbloeding met shock tot gevolg. Bij shock probeert het lichaam de bloedsomloop op peil te houden door de bloedsomloop van belangrijke organen als hersenen hart en longen op gang te houden ten kosten van minder belangrijke organen zoals de darmen, de huid en de ledematen. Bij shock door diarree en uitdroging is deze verminderde doorbloeding van met name de darmen funest. Immers de zieke darmen hebben meer bloed nodig en zeker niet minder. Infusen onder de huid hebben in deze gevallen weinig waarde omdat door de slechte doorbloeding van de huid bij shock, deze te traag worden opgenomen. Bovendien is de hoeveelheid vocht die op deze wijze kan worden toegediend veel te laag. Infusen rechtstreeks in de bloedbaan zijn dus essentieel bij behandeling van diarree met uitdroging.

Indien de dunne darmen door schade aan de darmwand bloed verliezen treedt er nog een ander ernstig probleem op. Het bloed in de darmen stimuleert een snelle groei van specifieke bacteriën uit de normale damflora. De zogenaamde clostridiën. Clostridiën zijn berucht om de gifstoffen die ze kunnen vormen. Deze door clostridiën gevormde giftstoffen vormen een belangrijke oorzaak van de dodelijkheid van bloederige dunne darm diarree  zoals bij Parvo infecties optreedt. Maar dit geldt eigenlijk voor iedere bloederige dunne darm diarree.

NB: bij honden komt ook veel een vorm van diarree met bloed voor die door een dikke darm ontsteking wordt veroorzaakt. Deze diarree wordt gekenmerkt door slappe of breiïge ontlasting met wat slijm en een spoortje bloed zonder ziekte en zonder braken en uitdroging. Dit is een veel minder kwalijke vorm van bloedverlies van de darmen. Infusen zijn hier gewoonlijk niet op zijn plaats. Behandeling natuurlijk wel!

Lang niet alle dodelijke bloederige diarree is het gevolg van een Parvo infectie. Het aantonen van Parvo infectie kan echter lastig zijn en leidt snel tot al te stellige conlusies. Aan de ene kant om dat Parvo maar gedurende een beperkt aantal dagen wordt uitgescheiden, waardoor het niet vinden van Parvo in de ontlasting een infectie niet uitsluit. Aan de andere kant om dat pups welke recent gevaccineerd zijn een ongevaarlijke vorm van Parvo uitscheiden die door de parvo testen niet is te onderscheiden van het echte gevaarljke parvo virus. Bloederige diarree wordt dan vaak onterecht voor Parvo aangezien, Hetgeen tot verkeerde conclusie leidt.

Hepatitis Contagiosa, HCC (besmettelijke leverziekte)

De eerste symptomen zijn koorts, braken, bloedingen en oorontsteking.

Leptospirose (ziekte van Weil)

Leptospirose is een bacteriële infectie. De besmetting wordt overgebracht via urine van geïnfecteerde dieren. Urine van besmette dieren kan via wondjes, vervuild drinkwater en zwemwater vele diersoorten waaronder de hond besmetten. Ook de mens kan besmet raken. De ziekte komt wereldwijd voor en kent verschillende bacterie varianten. .  Bij de mens kan de ziekte erg op griep lijken waardoor deze deze niet snel wordt onderkend.

Ziekten die van dier op mens kunnen worden overgebracht worden zoönose genoemd en zijn een extra reden om honden te vaccineren.

De ziekte heeft verschillende uitingsvormen. Veelal uit deze zich in vage symptomen die meer of minder ernstig kunnen zijn. Bijvoorbeeld gebrek aan eetlust, een keer braken, of voorbijgaande diarree. In een deel van de gevallen verergert  in verloop van dagen tot weken de ziekte met verschijnselen als hevige buikpijn door lever en nier falen, ernstige spierpijn en hersenverschijnselen . Deze ernstige vorm wordt de ziekte van  Weil genoemd en kan tot een lang en ernstig ziekbed met dodelijke afloop leiden. Deze ernstige vorm komt vooral bij jonge dieren voor. Zonder diergeneeskundige hulp is de afloop vaak dodelijk. Met antibiotica en intensieve verpleging zullen veel dieren weer volledig herstellen.

Bij vooral oudere dieren kan de infectie echter ook ongemerkt voorbij gaan. De urine kan bij deze dieren wel maanden besmettelijk blijven.

Via de bacteriën in de urine vindt besmetting plaats van de leefomgeving. Uititlaatplaatsen, grasvelden en stilstaand (zwem)water zijn beruchte besmettingshaarden die bij warm nat weer maanden besmettelijk blijven.  Kleine knaagdieren, zoals muizen en ratten, spelen een rol bij de verdere verspreiding en instandhouding van de besmetting.

Honden herkennen hun soortgenoten door te likken en snuffelen aan elkaars urine. Hierdoor zijn honden kwetsbaar voor een besmetting. Maar besmetting kan ook optreden via graseten, zwemmen of uit een sloot drinken.

Jaarlijks uw hond laten vaccineren geeft een goede bescherming tegen leptospirose. Omdat de laatste jaren er meer typen leptospiren een rol spelen is het huidige vaccin in 2013  aangepast. Het vaccin beschermt sindsdien niet tegen 2 typen maar tegen de 4 typen die thans van belang zijn. De nieuwere typen maken het ook weer zinvol om oudere dieren te vaccineren

Voor een goede bescherming tegen deze nieuwe typen is net als bij iedere 1e vaccinatie een herhaling na 3 tot 4 weken gewenst.

 

Ziekten in het buitenland

We reizen vaker en meer als vroeger. Ook is het normaal geworden om daarbij de hond mee te nemen. Veel hondenbezitters realiseren zich daarbij niet dat met name in Zuid Europa veel besmettelijke ziektes voorkomen die we hier in Nederland niet kennen.
Lees  hier over Leishmania, hartworm, en ander ziekten in het buitenland