Hart

Deze pagina bevat specifiek informatie over het hart van de kat.

Voor algemene informatie over het hart: klik hier.
Voor informatie over aandoeningen van het hart van de hond: klik hier

Hartaandoeningen

Hoge bloeddruk

Net als bij de mens komt een hoge bloeddruk veelvuldig voor. Het betrouwbaar en reproduceerbaar meten van de bloeddruk is echter niet eenvoudig en pas sinds een aantal jaren mogelijk. Hiervoor is dan ook kostbare apparatuur nodig. Een hoge bloeddruk kan de oorzaak en het gevolg zijn van nierschade, het kan een symptoom zijn van de vaak voorkomende schildklieraandoening bij de oudere kat, maar het kan ook wijzen op het bestaan van een hartafwijking. Bij trombose (het afsluiten van een groot bloedvat) kan bloeddrukmeting een verschil in bloeddruk laten zien tussen de verschillende poten en de staart.

Cardiomyopathie

Bij katten komt regelmatig een aandoening van de hartspier voor: cardiomyopathie. Deze ziekte is samengesteld uit de woorden cardio (hart), myo (spier) en pathie (ziekte).
Er zijn twee hoofdvormen van deze ziekte: HCM (Hypertrophic CardioMyopathie) en DCM (Dilated CardioMyopathy). De derde, veel mindere voorkomende, vorm heet RCM (Restrictive CardioMyopathy).

HCM

Een hartspier die harder moet werken neemt toe in omvang. Dit geldt voor alle spieren die veel getraind worden. Deze vergroting heet hypertrofie en komt voor bij H(ypertrophic)CM.
HCM is onder te verdelen in een primaire en een secundaire vorm. Bij de secundaire vorm dwingen algemeen voorkomende aandoeningen bij katten, zoals schildklier en nieraandoeningen de hartspier om harder te werken. De primaire HCM vorm komt het meeste voor. Hierbij is er geen echte oorzaak te vinden. Bij katten van middelbare leeftijd en vooral bij katers wordt de aandoening vaker aangetroffen. Niet zelden zijn het dan ook de gezonde flinke katers in de bloei van hun leven die deze hartziekte krijgen. De gevolgen van de ziekte aan de hartspier leidt in veel gevallen tot een vorm van hartfalen, ritmestoornissen of beschadiging van het bloed met trombose tot gevolg.
Bij een aantal rassen, zoals de Main Coon’s, de Amerikaanse kortharen en de Rag Doll is het een bewezen erfelijke aandoening. Bij Perzen en andere rassen komt deze ziekte vaker dan gemiddeld voor waardoor een erfelijke aandoening vermoed wordt.

Symptomen

De eerste symptomen die opgemerkt worden doen u als eigenaar vaak helemaal niet denken aan een hartaandoening. Sommige symptomen zijn ook lastig te zien. Vaak is de HCM al vergevorderd tegen de tijd dat de eerste symptomen zich openbaren:
Acuut alarmerende verschijnselen:

  • Verandering in de ademhaling, deze wordt moeilijker of de kat moet zwoegen of dieper ademen
  • Plotseling kreupelheid of verlamming aan de (achter)poten
  • Blindheid

Langzaam ontstane verschijnselen die minder alarmerend zijn:

  • Bleke neus
  • Verminderde eetlust
  • Hijgen, met de bek open ademen na inspanning
  • Niezen
  • Zichtbaar kloppen van het hart in de borstkas
Diagnose en onderzoek

Er kan op verschillende manieren worden onderzocht of uw kat aan HCM leidt. Vaak kan een grondig lichamelijk onderzoek al de eerste aanwijzingen geven.

  • Auscultatie: met een stethoscoop kan een afwijking in het geluid van het hart worden waargenomen (hartruis of galopritme) of een abnormaal hartritme worden ontdekt. Ook zijn er uiterlijke verschijnselen die kunnen wijzen op een hartaandoening.
  • Röntgenfoto’s: zijn vooral zinvol om veranderingen van de longen of vrij vocht in de borstholte waar te nemen. Omdat de verdikkingen van de hartspier meestal naar binnen zijn gericht, kan de schaduw van het hart van een kat met HCM op de röntgenfoto normaal lijken.
  • Echo onderzoek: dit is de beste manier om de diagnose cardiomyopathie te stellen. Niet alleen de werking van het hart kan worden beoordeeld, ook kan door het meten van de spierdikte en de vulling van het hart in samengetrokken (systole) en in maximale gevulde toestand (diastole) objectief bepaald worden of er afwijkingen zijn. Soms wordt met de echo een stolsel ontdekt in de linkerboezem. Dit is een zeer ernstige bevinding.
  • ECG: een ECG meet de elektrische activiteit tijdens het samentrekken van het hart. Bij een cardiomyopathie kan het voorkomen dat het hart een abnormale of onregelmatige hartslag heeft welke kan worden waargenomen middels het ECG.

De diagnose cardiomyopathie wordt bij voorkeur gevolgd door aanvullend onderzoek naar eventuele onderliggende oorzaken. Naast het meten van de bloeddruk en het testen van de urine op eiwitverlies is bloedonderzoek op bijvoorbeeld een overactieve schildklier te overwegen.


Dit is een echo van een kat met HCM

Gevolgen voor het hart

De toename van de dikte van de hartspier heeft diverse gevolgen:

  • De hartspier verdikt naar binnen (concentrisch) waardoor de inhoud van de hartkamers kleiner wordt. Hoewel het hart stevig samentrekt kan het daardoor toch maar een kleine hoeveelheid bloed per slag in de circulatie pompen.
  • Vaak heeft de HCM tot gevolg dat de hartslag ook in rust omhoog gaat. Het hart kan daarbij zo snel kloppen dat het ineffectief wordt. Nog voor het hart zich goed gevuld heeft trekt het al weer samen.
  • De  verdikte hartspier verbruikt veel zuurstof. Veel meer dan de bloedvaten kunnen aanleveren. De hartspiercellen beschadigen en worden vervangen door bindweefsel. dit geeft een verminderde elasticiteit en samentrekking waardoor er een vicieuze cirkel van achteruitgang ontstaat.
  • Door het gebrek aan zuurstof en de littekenvorming op de hartspier, kan de elektrische geleiding van de hartspier veranderen waardoor er hartritmestoornissen kunnen ontstaan (te vergelijken met kramp van normale spieren).
  • De klep tussen de kamer en de boezem wordt als een soort parachute op zijn plaats gehouden door middel van dunne draden (chordae tendinae) die verbonden zijn met de klepspier gelegen in de wand van het hart. Bij HCM kan de klepspier zo heftig samentrekken dat de klep als het ware opengetrokken wordt en gaat lekken. Dit heet SAM en staat voor Systolic Anterior Motion.

Gewoonlijk betreft HCM het hele hart, maar in sommige gevallen kan slechts een deel van de hartspier verdikt zijn.

Blindheid door HCM

HCM en een hoge bloeddruk gaan samen. Door de hoge bloeddruk treedt er vocht uit het vaatvlies waardoor het netvlies kan loslaten (ablatio retinae). Dit gebeurt dan vaak aan beide ogen waardoor ineens opvalt dat de kat blind is. Ook kan het opvallen dat door de grote wijde pupillen de kleur van het oog (het netvlies) anders is dan voorheen. Als er vervolgens acuut wordt ingegrepen kan de blindheid vaak verbeterd worden. Ook indien de blindheid al langer bestaat is een netvliesloslating een alarmsignaal en moet dan ook zeer serieus worden gekomen. Het hart kan het namelijk op dit punt op ieder moment begeven.

Therapie

Voor een lange termijn behandeling staan er veel middelen ter beschikking. De keuze van de middelen hangt erg af van de verschijnselen en het stadium waarin de hartaandoening wordt ontdekt.

  • Bèta blokkers: katten met HCM hebben vaak een erg snel hartritme. Het vertragen van dit ritme geeft de hartspier meer gelegenheid om te ontspannen en de kamers vol bloed te laten lopen. Tevens heeft de hartspier dan minder zuurstof nodig waardoor minder snel een zuurstoftekort optreedt. De medicijnen die meestal gebruikt worden om het hartritme af te remmen zijn bètablokkers (propanolol of atenolol). Het effect hiervan kan simpel beoordeeld worden door het tellen van de hartslag.
  • Calcium channel blokkers (diltiazem) worden ook veel gebruikt. Hierdoor neemt de kracht van de hartspier af en ontspant de hartspier makkelijk na de hartslag. Nadeel is dat deze minder betrouwbaar werken en echo controles nodig zijn om de werking te controleren. Ook abnormale hartritmes kunnen met medicijnen worden gereguleerd. Bij DCM is het niet goed samentrekken van het hart het grootste probleem. Hierbij worden juist medicijnen toegediend om de kracht van het samentrekken te vergroten.
  • Trombose preventie: er is veel discussie over de beste manier om trombose te voorkomen bij katten die cardiomyopathie hebben. De meest gangbare behandeling bij katten is een lage dosis aspirinezuur. Aspirine verlaagt het risico op het vormen van bloedproppen. Bloedproppen die echter al gevormd zijn verdwijnen niet met aspirine. Als praktijk hebben wij goede ervaring met het gebruik van aspirine ter voorkoming van trombose. Vooral gevallen waarbij de kat na jarenlang aspririnezuur te hebben gebruikt hiermee stopt en binnen enkele weken trombose ontwikkelt, zijn erg overtuigend.
  • Controle nierfunctie: het is raadzaam om bij katten die behandeld worden voor HCM regelmatig de nier functie te controleren door urine onderzoek te doen. Indien nodig kan deze aangevuld worden met een bloedtest voor de nierfunctie (niercheck).
Prognose

Het idee dat deze hartaandoening slecht te behandelen zou zijn is achterhaald. Wanneer de hartaandoening op tijd wordt ontdekt kunnen lange termijn medicatie en controles de aandoening verbeteren of stabiliseren. Bij sommige (vooral jonge) katten, blijkt de aandoening incidenteel na behandeling zelfs volledig te verdwijnen. Ook bij volledige genezing is het echter verstandig de kat te blijven controleren. Katten met een overactieve schildklier lijden vaak aan HCM. Met het behandelen van deze schildklier aandoening verdwijnt vaak ook de HCM.
Als praktijk besteden wij veel aandacht aan het vroegtijdig opsporen en behandelen van deze aandoening. Voor een aantal rassen maken wij op verzoek, van met name fokkers, een echo of nemen we bloed af voor DNA onderzoek. Dit om te voorkomen dat er met deze dieren wordt gefokt.
Ook in het geval van een ernstige acute benauwdheid kunnen we uit ervaring stellen dat katten die op jonge leeftijd behandeld zijn voor een ernstige (acute) vorm van benauwdheid ten gevolge van een cardiomyopathie met vocht in de longen, niet alleen zeer goed kunnen herstellen maar daarna ook hun natuurlijke levensverwachting terugkrijgen.
Wel komt het voor dat schijnbaar goed functionerende katten met HCM ondanks medicatie plotseling sterven (waarschijnlijk als gevolg van de ontwikkeling van ernstige hartritmestoornissen of acute trombose). Hoewel hartaandoeningen natuurlijk altijd serieus zijn, mag u toch redelijk optimistisch zijn over de behandeling en prognose van uw kat indien wij een hartruisje ontdekken.
In veel gevallen zal er geen onderliggende oorzaak worden vastgesteld. Wanneer de hartaandoening op tijd wordt ontdekt kunnen lange termijn medicatie en controles de aandoening verbeteren of stabiliseren. Bij sommige (vooral jonge) katten, blijkt de aandoening incidenteel na behandeling zelfs volledig te verdwijnen. Ook bij volledige genezing is het echter verstandig de kat te blijven controleren.

DCM

Bij DCM wordt de hartspier niet dikker (zoals bij HCM) maar juist dunner. In sommige gevallen lijkt de DCM vorm juist voort te komen uit de HCM vorm. Bij DCM verliest de hartspier zijn vermogen om samen te trekken. Doordat het lichaam als antwoord hierop meer vocht gaat vasthouden, wordt het hart sterk gevuld waardoor hij uitrekt. Het hart neemt hierbij toe in omvang terwijl de spierwand dunner wordt. In het verleden kwam DCM vooral voor bij katten die een tekort hadden aan het voor katten essentiële aminozuur taurine, doordat er te weinig rundvlees (= taurus) in het kattenvoer verwerkt was of deze door verhitting verloren was gegaan. Naar aanleiding van de DCM is men extra taurine gaan toevoegen aan kattenvoeders. Hierdoor komt deze aandoening veel minder voor bij katten. Een kat met DCM heeft een ernstig zieke hartspier. Een zeer intensieve behandeling en begeleiding kan echter verbetering geven. In tegenstelling tot de mens en de hond kan een kat met DCM soms (bijna) geheel genezen. DCM kan gediagnosticeerd worden met behulp van een echo.

Behandeling

Als er een onderliggende oorzaak opgespoord en behandeld kan worden (zogenaamde secundaire DCM) is volledige genezing van de gevolgen voor het hart vaak mogelijk. Als uw kat DCM heeft vanwege taurine gebrek, door bijvoorbeeld een periode slecht te eten, zal de hartspier zich herstellen door toediening van taurine supplementen. Ondersteunende medicatie zal naarmate het hart zich hersteld worden afgebouwd en stopgezet.

RCM

Dit is een zeldzame aandoening en staat voor restrictieve cardiomyopathie. Bij deze aandoening is het voor de kamers niet mogelijk om goed te kunnen ontspannen. Op een echo is te zien dat de kamers (ventrikels) een normale vorm hebben maar dat de boezems (atria) uitzetten. In het algemeen treedt er vaak linker hartfalen op, maar het is ook mogelijk dat er rechterhartfalen optreedt. De therapiemogelijkheden zijn beperkt. Vochtafdrijvende middelen kunnen de symptomen bestrijden.

Trombose

Bij HCM wordt het bloed met grote kracht door het vernauwde hart gepompt. Dit leidt tot wervelingen die gewoonlijk als hartruis met een stethoscoop hoorbaar zijn. Door deze wervelingen kan bloed makkelijk beschadigen en gaan klonteren. De zo ontstane bloedpropjes kunnen de bloedsomloop inschieten waar ze in de steeds smaller wordende vaten vast komen te zitten. Het bloed wat door dit vernauwde bloedvat wordt geperst, wordt eveneens beschadigd, waardoor het vat steeds verder dicht slipt.
Dit probleem kan zeer acuut ontstaan en enorme pijn veroorzaken. Deze infarct pijn is te vergelijken met ernstige spierkramp. De trombose komt vaak voor in een of beide achterpoten waardoor deze na enige tijd gevoelloos worden en verlamd raken. Hierdoor doet het beeld vaak denken aan dat van na een aanrijding.
Trombose kan echter ook op allerlei andere plaatsen ontstaan zoals in de voorpoten, staart, darmen, nieren of zelfs in de hersenen. De klachten hangen samen met de plek waar de bloedprop vastloopt. Direct ingrijpen is nodig om de schade zoveel mogelijk te beperken. De behandeling bestaat uit het verhogen van de bloedtoevoer met infusen en het toedienen van bloedvatverwijdende, stollingsremmende en bloedverdunnende middelen. Het operatief verwijderen van de bloedprop lijkt logisch maar doet in dit stadium vaak meer kwaad dan goed.

Acute hartdood/narcose

Naar, maar waar. De acute dood van een op het oog gezonde kat in de bloei van zijn leven wordt vaak veroorzaakt door HCM. De eigenaar en omgeving denken bij een plotselinge dood vaak aan vergiftiging. Het stilstaande en ontspannen hart van een overleden kat die aan HCM lijdt, kan bij een sectie normaal lijken. Dit is de reden waarom deze doodsoorzaak vaak wordt gemist. Een nauwkeuriger onderzoek brengt HCM echter bijna altijd aan het licht. Dit moet wel speciaal aangevraagd worden bij de pathologie. Katten met HCM zijn extra gevoelig voor narcose. Goed luisteren naar het hart voordat een kat in narcose wordt gebracht en deze bij twijfel eerst nauwkeurig onderzoeken, kan echter veel verdriet voorkomen.

Systolic Anterior Motion (SAM)

SAM is een aandoening die wordt veroorzaakt door hypertrofie (HCM) van de spier (meest voorkomende oorzaak) of door een afwijking in de klep zelf. Bij deze aandoening beweegt de mitralisklep (klep tussen linkerboezem en linkerkamer) niet op een goede manier. Normaal gesproken vloeit het bloed in een rechte lijn vanaf de punt van het hart richting de aorta. Omdat er nu een verdikking van het hart is moet het bloed echter met een bocht om deze verdikking heen voordat het in de aorta komt. Een deel van deze bloedstroom komt in contact met een stuk van de mitralisklep. Door de bloedstroom wordt deze klep naar voren bewogen tijdens de samentrekking van het hart (systole) en in de uitstroombaan geduwd. Deze beweging hoort normaal gesproken niet plaats te vinden en zorgt ervoor dat de mitralisklep gaat lekken. Hierdoor ontstaat er een verhoogde druk in de linkerboezem die ook wijder kan worden. Door wervelingen in de bloedstroom kunnen er stolsels gevonden worden die soms zichtbaar zijn tijdens een echo.


Dit is een echo van een kat met SAM

Hernia pericardialis

Bij een hernia pericardialis is er een open verbinding tussen de buikholte en de pericardiale holte (de ruimte rondom het hart). Tijdens de ontwikkeling van de kat gaat er iets mis waardoor de vliezen rond de buik en het hart met elkaar versmelten. Het hangt af van de grootte van deze hernia of er organen uit de buik zich naar het hart verplaatsen. Het kan ook zijn dat er al wel een verbinding (hernia) zit tussen de buik en het hart maar dat de organen nog op de goede plek zitten. Op het moment dat de kat dan een harde klap krijgt, na bijvoorbeeld een aanrijding, kan het zijn dat de organen alsnog richting het hart verplaatsen.
Het kan zijn dat er symptomen optreden door de verplaatsing van de organen. Meestal vertoont de kat echter geen uiterlijke verschijnselen waardoor de hernia vaak als toevalsbevinding wordt gedaan als er bijvoorbeeld op HCM wordt onderzocht. Indien er wel symptomen aanwezig zijn hangt de ernst af van de grootte van de hernia en de mate van verplaatsing van de organen. Symptomen die hierbij kunnen optreden zijn voorbeeld: overgeven, diarree, hoesten, gewichtsverlies en moeite met ademhalen. De aandoening komt bij alle kattenrassen voor maar wordt het vaakst gezien bij de Perzische kat. Zowel mannetjes als vrouwtjes en jonge als oude dieren kunnen een hernia pericardialis krijgen.
De behandeling bestaat uit een operatie. Bij oude katten die geen symptomen vertonen is er geen behandeling nodig. Bij de operatie wordt de hernia gesloten en worden de organen weer in hun normale positie gebracht. Voor deze operatie kunt u terecht bij ‘t Ossehoofd. Indien er geen complicaties optreden is de prognose goed.