Algemeen

Orthopedie algemeen

Orthopedie in dierenkliniek ‘t Ossehoofd

Kennis van problemen aan de botten en de gewrichten wordt ook wel de orthopedie genoemd. Ook bij honden en katten is dit inmiddels een uitgebreid specialisme. Hierdoor kunt u voor de behandeling van dit soort problemen niet bij iedere dierenartspraktijk terecht. Niet alleen voor het opereren maar ook voor het stellen van de juiste diagnose is kennis en ervaring met alle type operatietechnieken van groot belang.
Binnen dierenkliniek ‘t Ossehoofd heeft dierenarts D.L.van Os veel ervaring met de chirurgie en de orthopedie. Daarnaast hebben dierenarts Kelly Schoorstra-de Jager en paraveterinair Annemieke inmiddels zoveel operaties en patienten gezien dat zij u ook in veel gevallen goed kunnen helpen.  Naast specifieke orthopedische kennis en ervaring vergt operatie ook de aanwezigheid van orthopedische apparatuur, een betrouwbare narcose die, indien nodig, langdurig veilig kan worden gegeven, operatiekamer faciliteiten en een vaardige hand om deze vaak complexe operaties tot een goed einde te brengen.
Voor het slagen van veel operaties is daarnaast ook een goede nazorg van belang. De eerste uren of dagen bij ons op de kliniek maar veelal ook nog daarna een langere periode door u als eigenaar. Hierbij is niet alleen een goede begeleiding van u als eigenaar nodig maar moet ook waar mogelijk rekening gehouden met uw omstandigheden en het karakter van uw huisdier.

Maatwerk

Voor een jonge drukke hond die op een bovenverdieping woont is een operatie waarbij 2 maanden geen trappen mag worden gelopen geen gelukkige keuze. Dit is van belang bij de keuze van een operatie (TPLO komt dan eerder in aanmerking als TTA). Bij een fractuur is een plaat dan vaak steviger dan een pin.
Botoperaties zijn vaak kostbaar. Bij de keuze van behandeling moet daarom ook rekening worden gehouden met wat financieel mogelijk is. 
Dierenkliniek ’t Ossehoofd kan bogen op een ruime en jarenlange ervaring met orthopedische operaties bij honden en katten. Ongeacht welke operatie aan gewrichten of beenderen moet worden verricht, uw hond is bij ons in goede en deskundige handen. Niet alleen de operatie en goede nazorg, maar ook voor een goed advies om soms niet te opereren en de genezing aan de natuur over te laten!

Als voorbeeld de behandelingsmogelijkheden bij heup problemen (zie ook heup problemen)

Heupproblemen bij honden en katten komen zeer veel voor en zijn een goed voorbeeld van de verschillende mogelijke benadering.  Indien een heup niet goed meer functioneert en veel pijn geeft dan kan deze vervangen worden door een kunstheup. Een prachtige methode maar kostbaar en niet zonder problemen. 

Alternatief is het verwijderen van het zieke gewricht. Aanvankelijk werd dit alleen gedan bij katten maak ook bij honden is het in veel gevallen een goede methode. Ook bij mensen wordt het tegenwoordig gedaan.

Beter is natuurlijk de problemen voor te zijn door operatie op jonge leeftijd: de bekken kanteling

 

Behandeling van botbreuken

Osteosynthese is het operatief verbinden van botweefsel door middel van platen, pinnen, schroeven enzovoorts. Door 20 jaar operatie aan gewrichten en botten is veel kennis opgedaan met allerlei technieken bij diverse soorten botfracturen. Wij zijn in het bezit van een scala aan apparatuur en osteosynthese materialen zodat wij in spoedeisende situaties snel en doeltreffend kunnen handelen. De kliniek staat positief maar kritisch tegenover nieuwe ontwikkelingen. Net alles wat duurder is, levert ook voor u en uw dier een beter resultaat op. Daarnaast zoeken we samen met u naar een oplossing welke niet alleen bij uw huisdier past maar ook bij uw financiële mogelijkheden. Platen en schroeven zijn in veel gevallen een optimale behandeling, maar zelden de enige behandeling. Mede door de hoge kosten van implantaten moet er ons inziens dus ook altijd ruimte zijn voor het bespreken van alternatieve behandelmethoden.
Dankzij onze ruime ervaring op dit gebied, kunnen wij samen met u een afgewogen beslissing nemen waarbij we rekening houden met het karakter van uw huisdier, uw persoonlijke mogelijkheden, de verzorging van het dier en uw financiële situatie. Zie bijvoorbeeld de mogelijkheden voor de behandeling van een bekkenfractuur van de kat.

Welke benadering anatomisch of functioneel ?

Grofweg kunnen twee verschillende benaderingen worden onderscheiden: de reconstructie en de functionele benadering.

Reconstructie of anatomische benadering

Bij de reconstructie benadering wordt getracht alle botdelen en fracturen zo goed mogelijk op de originele plaats te krijgen en vast te zetten. Dit gebeurt met allerlei materialen. Platen, pinnen, schroeven en metaaldraad (cerclage). Het op zijn plaats leggen van de puzzelstukjes en deze verbinden met schroeven en platen, cerclagedraad (wikkeldraad) en pinnen is jarenlang de standaardbenadering geweest (zie de illustratie hieronder).

Voordeel:

  • Bij een geslaagde ingreep zal de hond of kat snel weer kunnen lopen.

Nadelen:

  • Er is vaak veel lichaamsvreemd materiaal nodig. Daarmee neemt de kans op infecties toe. Ook betekent veel vreemd materiaal dat het een belemmering vormt bij de genezing. Bot schilfers of splinters die worden verplaats in de operatie kunnen door gebrek aan bloedvoorziening afsterven of in aanwezigheid van vreemd materiaal niet willen genezen.
  • Er blijft materiaal achter in het lichaam dat later klachten kan opleveren en dan moet worden verwijderd. Hoe sterker de constructie hoe meer deze later een belemmering kan vormen bij de natuurlijke buiging van botten. 
  • Vooral bij zeer kleine rassen kan een te stevige constructie er toe leiden dat het bot niet wordt belast en daardoor door het lichaam als overbodig wordt beschouwd en wordt afgebroken.
  • Het verwijderen van vreemd materiaal kan indien dit is ingebakken in het genezingsproces van het bot zeer tijdrovend en daardoor kostbaar zijn.

Controle van de genezing is daarom erg belangrijk.  Zo kan er besloten worden een enkel schroef al vast voortijdig te verwijderen zodat het bot meer belast wordt.

Functionele benadering

Bij de functionele benadering wordt het breukgebied juist zoveel mogelijk met rust gelaten. De verbinding tussen de uiteinden van de botten wordt buiten het breukgebied om gemaakt. Deze methode is een beetje te vergelijken met een spalk, maar heeft niet de nadelen van een spalk (zie verder).

Voordelen:

  • Het (uitwendige) materiaal (zie hieronder de foto van een achterbeen van een Friese stabij) is na genezing makkelijk te verwijderen. Ook het deels losmaken van de constructies tijdens de genezing is eenvoudig
  • Omdat alleen materiaal gezet wordt in het gezonde bot deel is deze methode ook geschikt voor gecompliceerde breuken hiermee behandeld kunnen worden (ook wel open of geinfecteerde fracturen genoemd)
  • Omdat de verbinding iets minder rigide (stijf) is wordt het lichaam veel meer gestimuleerd tot een snelle genezing. Hierdoor is de tijd dat een implantaat ondersteuning moet bieden veel korter (4-8 wk) dan bij een plaat (tot wel 0,5-1 jaar). 

Nadelen:

  • Het duurt vaak wat langer (tot enkele weken) voordat de hond of kat er weer op kan lopen.
  • De hond of kat kan met de constructie blijven haken. Deze moet dus goed beschermd worden. De hond of kat kan gedurende de genezing (4 tot 8 weken) beter niet buiten komen.
  • De snelle genezing gaat gepaard met de vorming van een callus. Een (tijdelijke) botbrug. Er moet wel ruimte zijn voor een duidelijke callus. In onderstaand voorbeeld is dit het geval omdat de fractuur halverwege het bot zit. Fracturen rond of in gewrichten zijn op deze wijze niet te behandelen.

Samenvatting: voordelen en nadelen

De functionele- of externe methode heeft de voorkeur bij open en geïnfecteerde fracturen, maar is ook een goede methode bij complexe fracturen met veel fragmenten. Na een breuk ontstaat er  gewoonlijk een bloeding en zwelling. Dit is het natuurlijke verband waarmee de fractuurdelen worden ingepakt.
Met het operatief openen van dit fractuur gebied zoals bij de anatomisch aanpak gebeurd, wordt dit natuurlijke proces fors verstoord. Het losmaken van de fragmenten zoals in de reconstructie benadering wordt gedaan, blijkt de kans op complicaties te verhogen. Bovendien is de genezing veel sneller. Platen moeten vaak een half jaar of langer zitten voor een goede genezing. Bij de functionele methode is 4 tot 6 weken meestal voldoende.
De functionele methode ziet er wél enger uit dan een plaat die netjes en onzichtbaar onder de huid is weggewerkt. Het dier heeft er vaak wonderlijk weinig tot geen last vast. Een kat met zo’n externe fixatie kan natuurlijk niet zonder begeleiding naar buiten.
Vaak zijn er meerdere oplossingen mogelijk waarbij naast de voorkeur van de chirurg, alle argumenten meegewogen moeten worden.

Welke Fixatie methoden ?

Er zijn vele vormen van fixatie. Deze zijn te verdelen in drie methoden:

  1. Rust
  2. Spalken
  3. Ostheosynthese
    Platen, allerlei schroef typen zoals corticale, spongiosa, malleolus schroeven, klein fragment schroeven, beenmergpennen, externe fixaties en cerclagedraad (wikkeldraad).

1)Rust

Vaak wordt er bij een fractuur onmiddellijk gedacht aan opereren.  Er wordt geen rekening gehouden met de herstelkracht van de natuur zelf .  Rust kan een goede keuze zijn als de botdelen op een acceptabele manier tegen elkaar liggen en met rust niet zullen bewegen. 

Bekkenfracturen bij de kat vaak eenvoudig met rust te behandelen

Bekkenfracturen bij de kat komen zeer vaak voor en zijn gewoonlijk het gevolg van een aanrijding. Het bekken vormt een vierkant en verbind de rug met de beide achterpoten. Tevens vormt het bekken een doorgang voor ontlasting en urine, en bij poezen de doorgang voor de geboorte van kittens. Bekkenfracturen zien er op een röntgenfoto vaak dramatisch uit maar hoeven veel minder vaak operatief behandeld te worden dan algemeen wordt gedacht. Van veel groter belang bij de beoordeling van bekkenfracturen is het controleren op verlammingen. Als gevolg van bekkenfracturen kunnen de achterpoten verlamd zijn, of veel ernstiger: problemen met de blaas. Met ervaring en de juiste timing zijn bekkenfracturen goed te reponeren (oftewel te ‘zetten’). In combinatie met 3 tot 6 weken bench-rust zullen de meeste uitstekend te genezen.

Als voorbeeld een röntgenfoto van het bekken van een kat. De breuk is een week na de aanrijding gezet en met rust genezen. Kosten van de behandeling (narcose, zetten van de breuk en het maken van een controle foto) bedroegen ongeveer €200. Belangrijk is wel dat dit op het goede moment gebeurt. Niet te snel na de aanrijding als de kat nog aan het herstellen is van de klap en er nog onvoldoende zekerheid is over eventuele verlamming en de blaasfunctie. Maar er mag ook zeker niet te lang (4 tot 6 weken na de aanrijding) worden gewacht omdat dan de botdelen al op een verkeerde manier aan elkaar zijn gegroeid. Het loont dus de moeite om contact met ons op te nemen als een operatie met reconstructie van de de bekkenfractuur met behulp van platen te kostbaar is.

Ook als door ons gekozen wordt voor een operatieve benadering, bijvoorbeeld als beide helften van het bekken van de rug los zijn, kan vaak worden volstaan met het vastzetten van een gedeelte en kan de rest door middel van rust over worden gelaten aan de natuur. Zie ook bekkenkom fracturen.
Een aparte categorie vormen bekkenfracturen waarbij de breuk doorloopt tot in het heupgewricht of waarbij tevens de kop van het bovenbeen is afgebroken. Vaak is dit prima te genezen door een combinatie van repositie, rust en een eenvoudige, corrigerende operatie van het heupgewricht op een later tijdstip.

2)Spalk

De spalk wordt in de diergeneeskunde maar weinig gebruikt. Een spalk vergt naast veel kennis van het aanleggen ervan een regelmatig controle. Door beweging en gebruik, maar ook door transpireren, schuren en nat worden van de huid, treden snel problemen op. Eerstelijns praktijken hebben meestal weinig ervaring met het behandelen van fracturen en verwijzen fracturen liever door naar de orthopedisch specialist. Orthopedisch specialisten zijn vooral gespecialiseerd in operatieve behandeling met platen en schroeven en zitten vaak ook te ver weg om een regelmatige controle mogelijk te maken. Er is echter ook vaak een tussenweg.

  • Klassieke spalk (rondom)
    De klassieke spalk, waarbij het gebroken ledemaat rondom wordt ingegipst, zoals die bij mensen nog veel wordt gebruikt, is bij dieren zelden geschikt. De vorm van de poten, het zweten tussen de tenen en het type breuk maken het rondom gipsen van een poot bij hond of kat zelden verantwoord. Immers, het genezingsproces kan niet gevolgd worden en dieren geven drukkingen of gevoelloos worden van de tenen niet aan.
    Jonge dieren hebben een razendsnelle botgenezing. Dit komt omdat het bot al in de groei is. Indien het een relatief rustige pup betreft kan spalken een goede keuze zijn. Bovendien hebben eigenaren van pups vaak al veel tijd vrij gepland voor de intensieve zorg. Een ander voordeel van een spalk is dat door de groei implantaten zoals pinnen en platen al snel niet meer passen zijn en daardoor kort na het aanbrengen de groei van de botten al belemmeren.
  • In dit voorbeeld een spiraalvormige breuk van het onderbeen van een jonge hond. Doordat het kuitbeen nog heel is worden de beide botdelen door de spieren niet langs elkaar getrokken (contractuur). Bij deze jongen hond kon de spalk al weer na 18 dagen verwijderd worden. Een dergelijke fractuur bij kittens kan zelfs met uitsluitend hokrust volledig genezen. Op de linkerfoto is de röntgenopname direct na de breuk te zien. De rechterfoto is een opname na 18 dagen.

  • Halfzijdige spalk
    Een ander alternatief is de halfzijdige spalk. Deze is vooral geschikt voor rechte breuken vanaf de pols en lager. De poot wordt hierbij in een op maat gemaakt halfrond gootje gelegd en met gewone verbandmiddelen hierin vastgemaakt. De genezing is hierdoor redelijk te volgen. De tenen kunnen vrij blijven voor controle op doorbloeding en gevoel.
  • Thomas-spalk
    Breuken van het bovenbeen en breuken die schuin verlopen of uit meerdere stukken bestaan (vaak door aanrijdingen) zijn ongeschikt voor de hierboven genoemde spalkmethode. Hiervoor is een onbekend maar zeer goed bruikbare alternatieve spalkmethode: de Thomas-spalk.
    De Thomas-spalk is een uitwendig lichtmetalen raamwerk waarin de verschillende delen van het gebroken bot met tape worden vastgezet. Op deze wijze kunnen de botdelen op de juiste afstand en in de juiste richting tegenover elkaar worden geplaatst (functionele repositie). Dit spalken gebeurt onder narcose maar dus zonder operatie!
    Een ander voordeel van de Thomas-spalk is dat de poot zichtbaar blijft en dus goed is te controleren op drukkingen en zwellingen. Het is een zeer bruikbare methode voor bijna alle fracturen van de langere beenderen van voor- en achterbenen van de kat. Deze methode is bovendien goedkoper dan de operatieve methoden.

Voorbeeld van een Thomas-spalk
Als voorbeeld een schuine breuk van het onderbeen van het achterbeen van een kat. Doordat de fractuur van het onderbeen schuin is, kan deze poot niet worden gezet. Door de kracht van de spieren worden de beide helften dan langs elkaar getrokken waardoor de poot (veel) te kort wordt en de puntige delen makkelijk door de huid kunnen prikken. De poot zou op deze wijze niet goed aan elkaar groeien en te kort worden.

3) osteosynthese

Intramedulliare pinnen.

Deze pinnen worden geplaatst in de holle ruimte van de langere beenderen bovenarm (Humerus), onderarm (Radius /Ulna), bovenbeen (Femur) en scheenbeen (Tibia). Maar ook breuken van de  middenvoet kunnen hier goed mee worden behandeld.
Het bot moet min of meer recht zijn gebroken zonder scheuren of fragmenten. Rust na operatie is belangrijk. Pinnen moeten gewoonlijk na genezing worden verwijderd. Als hier rekening mee wordt gehouden kan dit snel en eenvoudig.

Voorbeeld van een rechte scheenbeen (Tibia fractuur) met pin   

Rush of Crosspinnen.

Is het bot dicht bij een gewricht gebroken dan zijn rush pinnen een mogelijkheid 
voorbeeld van gebroken knie 

Cerclage 

Met cerclage draad kunnen allerlei soorten breuken worden gerepareerd. Ze zijn vooral geschikt voor schuine fracturen. Cerclage is relatief goedkoop, maar soms veel werk om aan te brengen.

Schroeven 

Er zijn veel verschillende soorten schroeven. Schroeven voor in zacht bot met een grove draad (Spongiosa schroeven) Schroeven met een kleinere draad voor in de harde botdelen (corticale schroeven) , locking schroeven (zie verder) zelftappende schroeven, speciale schroeven zoals schroeven waar alleen draad aanwezig is aan het uiteinde of schroeven met extra grote kop of juiste een kleine (verzonken kop). Ieder schroef heeft zijn eigen toepassing. 

Schroeven zijn anders dan pennen in staat om trekkracht uit te oefenen. Fractuur delen kunnen daarbij op elkaar  worden geperst (compressie) Bot wat op elkaar geperst wordt geneest netter, met minder litteken dan botdelen waar een kleine ruimte tussen zit.  Dit is te vergelijken met een huidwond. Een huidwond die wijkt geneest anders dan een gehechte wond waar de huid door middel van hechtingen tegen elkaar aan wordt geplaatst. Bij een gapende wond maakt de ruimte tussen de huid delen maakt een extra reparatie fase nodig en geeft daardoor meer litteken weefsel. 

Elleboog fractuur met enkelvoudige schroef 

Elleboog fracturen. Dit zijn nare fracturen omdat ze dwars door het gewricht lopen en ze zeer netjes en stevig aan elkaar moeten worden gezet om te voorkomen dat het bot een litteken vormt.  De gebruikte schroef heeft een zware kop zodat deze niet in het bot getrokken wordt en een zeer grove draad die tot halverwege loopt zodat de beide breukdelen op elkaar kunnen worden geperst. Indien de breuk flink op elkaar geperst wordt dan vormt zich maar een klein litteken het geen natuurlijk gunstig is voor het gewricht.  

Ellebogen kunnen echter ook nog in meerder stukken breken

Bijvoorbeeld doordat beide condylen / gewrichtsvlakken afbreken van boven arm (humerus) (Y fracturen) 
Probleem daarbij is dat het elleboog gat  vrij moet blijven anders kan het gewricht niet strekken, waardoor er weinig plaats is voor een stevige verbinding
Hier zijn meerder technieken gecombineerd (locking plate, Trekschroef , pin + cerclage) 
Een half jaar later liep deze jonge Mechelaar weer rond te rennen

 

 

Platen

Platen en schroeven worden veel gebruikt bij het behandelen van botfracturen. Er zijn zeer vele type platen met ieder een specifieke toepassing. Ook zijn er platen die de voordelen van de verschillende technieken combineren.

Hieronder enkele voorbeelden:

Compressie platen

Compressie platen hebben een sleufvormig gat wat zo is gemaakt dat bij aandraaien van de schroeven de schroefkoppen opschuiven naar het midden van de plaat. Zo worden bij het vastdraaien beide botdelen tegen elkaar aan geperst. Dit geeft een andere botgenezing dan wanneer er ruimte zit tussen beide botdelen.

Dit is te vergelijken met een huidwond die wijkt of juist door middel van hechtingen netjes gesloten is . Een wond die wijkt geneest op een andere manier en geeft een groter litteken als een netjes gehechte wond.

Bij botbreuken geldt hetzelfde. Liggen de delen tegen elkaar en worden ze op elkaar geperst met een compressie plaat dan is de genezing veel netter. 

Een goed voorbeeld van plaat met een compressiedeel is de TPLO . Een operatie waarbij het onderste steun vlak van de knie naar voren  gekanteld waardoor de knie weer stabiel wordt na kruisband schade (zie aldaar Knie voorste kruisband problemen TPLO methode). In de speciaal  ontworpen platen is het onderste deel voorzien van compressie gaten waardoor het onderste botdeel stevig tegen het bovenste deel wordt aangedrukt. De hond kan hierdoor als snel weer het botbelasten wat de genezing ten goede komt. 

De gele pijl staat bij de zaagsnede.

 

Locking Plate 

De locking plate is een relatief nieuwe ontwikkeling. Doordat de schroefkop zelf ook schroefdraad bevat, zit de schroef  na aandraaien vast aan de plaat (locking). In praktijk  betekent dit een sterkere constructie. De plaat hoeft bovendien niet zoals bij een compressie plaat op het bot geperst te worden (Compressie) hetgeen gunstig is voor het botvlies en de heling. De plaat zweeft als het ware iets boven het bot en hoeft de vorm van het bot daardoor niet precies te volgen.
Deze schroeven zijn echter kostbaar. Afhankelijk van de uitvoering kan een enkele schroef wel 50 euro meer kosten dan een klassieke schroef.

 

Beide schroef-typen kunnen ook naast elkaar gebruikt worden zoals in onderstaand voorbeeld . De drie middelste schroeven zijn van het klassieke type en houden de fragmenten bij elkaar. De twee schroeven  aan het uiteinde moeten er voor zorgen dat de beide boteinden goed middels de plaat aan elkaar zitten 

De mini(Locking)plaat  

De mini rassen of ook wel Toy-breeds zoals de mini Keeshond en de Chihuahua zijn populair. Het zijn vaak levenslustige hondjes die zelf niet in de gaten lijken te hebben hoe hoog de bank is waar ze van af springen eigenlijk voor ze is.  Als ze een pootje breken kan dit echter veel zorgen geven. Reden waarom hiervoor de laatste jaren speciale mini  materialen zijn ontwikkeld. Om een idee te geven hoe klein deze plaatjes zijn. Het plaatje op de foto is ongeveer 4 cm lang. En heeft een speciale vorm zodat bij deze veel voorkomende breuk de onderzijde 2 schroef mogelijkheden. Deze T-platen worden ook wel Mickey Mouse platen genoemd en zijn dus kleiner dan een penlight batterij (AA) . Als je goed kijkt ze je in de miniscule gaatjes de schroefdraad voor de kopjes zitten (zie hierboven Locking Plaat )

Mini plaat kleiner dan Penlight batterij 

Zuggertung

Open fracturen en geïnfecteerde fracturen (ook wel gecompliceerde fracturen genoemd)

Abusievelijk denken veel bij dat gecompliceerde fracturen ingewikkelde fracturen zijn. Met gecompliceerde fracturen worden fracturen bedoeld waarbij botdelen geïnfecteerd zijn geraakt tijdens het ontstaan van de breuk. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat de botdelen door de huid steken of hebben gestoken. Een infectie kan ook ontstaan doordat deze via een (bijt)wond in het bot terecht is gekomen.

Open fracturen kunnen zeer lastig te genezen zijn. Om een inschatting te kunnen maken hoe lastig dit is wordt naast de infectie ook de ernst van de breuk bij de beoordeling betrokken.

Alle inwendige materialen, of dit nu een plaat of een pin is, moeten onder strikt steriele omstandigheden worden aangebracht. Treedt er toch een infecties op dan is deze vaak moeilijk te bestrijden en wordt het implantaat vaak afgestoten en moet het implantaat vaak worden verwijderd met alle problemen die dat met zich meebrengt.

Kenmerk van open fracturen is nu juist dat er een open wond die geïnfecteerd is. In het operatie gebied zij dus geen steriele omstandigheden meer aanwezig zijn. Implantaten aanbrengen in het geïnfecteerde gebied leidt dan ook vaak tot voorspelbare complicaties.  Daarnaast groeit geïnfecteerd weefsel domweg niet aan elkaar. Bijkomend probleem is dat antibiotica slecht doordringt in botweefsel. 

Tegelijk is beweging ook slecht voor de genezing. Beweging verspreidt de infectie en vernield het tere nieuwe weefsel. 
Er moet dan ook gekozen worden voor een “tijdelijke spalk” of een extern fixatie totdat de genezing zichtbaar is begonnen en dus aan de infectie een einde is gekomen. Hierna kan er dan alsnog met behulp van een plaat een definitieve genezing bereikt worden. Dit is een lang proces dat veel zorg en geduld van de eigenaar vergt en veel vertrouwen in de behandelend dierenarts. Ook lopen de kosten enorm op bij deze open fracturen.

Open fracturen en geïnfecteerde fracturen (ook wel gecompliceerde fracturen genoemd)

Met gecompliceerde fracturen wordt niet, zoals abusievelijk wel eens gebeurd, fracturen bedoeld die ingewikkeld zijn. Open fracturen of gecompliceerde fracturen zijn fracturen waarbij botdelen geïnfecteerd zijn geraakt tijdens het ontstaan van de breuk. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat de botdelen door de huid steken of hebben gestoken. Een infectie kan ook ontstaan doordat deze via een (bijt)wond in het bot terecht is gekomen. Open fracturen kunnen zeer lastig te genezen zijn. Om een inschatting te kunnen maken hoe lastig dit is wordt naast de infectie ook de ernst van de breuk bij de beoordeling betrokken.
Alle inwendige materialen, of dit nu een plaat of een pin is, moeten onder strikt steriele omstandigheden worden aangebracht. Kenmerk van open fracturen is nu juist dat er een open wond is zodat deze steriele omstandigheden niet meer aanwezig zijn. Implantaten zijn dan minder geschikt omdat ze dan zouden worden aangebracht in geïnfecteerd gebied. Daarnaast groeit geïnfecteerd weefsel domweg niet aan elkaar. Bijkomend probleem is dat antibiotica slecht doordringt in botweefsel. Bij open fracturen die door middel van een plaat of een externe fixatie aan elkaar zijn gezet zal dan ook vaak geen genezing optreden. Er kan dan gekozen worden voor een “tijdelijke spalk” gedurende 1-2 maanden totdat de genezing zichtbaar is begonnen en dus de infectie ten einde is gekomen. Hierna kan er dan alsnog met behulp van een plaat een definitieve genezing bereikt worden. Dit is een lang proces dat veel zorg en geduld van de eigenaar vergt en veel vertrouwen in de behandelend dierenarts. Ook lopen de kosten enorm op bij deze open fracturen.