Sinbad, een kat-met-persoonlijkheid

Een één-tweetje

Met één kat ging ik naar de dierenarts, met twee ging ik weer naar huis. Kater Pokus had weer een blaasontsteking dus kater in de mand en hop richting dierenarts. De assistente vertelde tegen de klant voor me dat er zo´n mooie kat was aangelopen. Daar had ze geen letter te veel van gezegd. In het vondelingenkooitje zat een mooie zandkleurige kater met een bol koppie met prachtige hazelnootkleurige ogen. En ook zonder dat hij met zijn voorpootjes op mijn knieën me smachtend en indringend had aangekeken, was ik wel bezweken voor zijn charme. Dat was Sinbad. Dat was het begin van een jarenlange vriendschap met een kater die zich gedroeg als een hondjeskat. Waar ik was, was hij. Wat ik at, at hij. Als ik verdriet had, kwam hij me troosten.

Thuis gekomen werd de gastvrijheid wat ingeperkt door het feit dat hij nog niet gecastreerd was. Stinkend en miauwend bracht hij zijn eerste nacht in de wc door. De volgende dag meteen weer terug naar de dierenarts om dat ´probleempje´ op te lossen.

En ondanks alle goede voorzorgen, glipte Sinbad na een paar dagen tussen mijn benen door de voordeur uit. Kater in paniek, ik in paniek. Immers, hoe kon hij na zo´n korte tijd weten waar hij woonde? Samen met Pokus heb ik hem gezocht. Door de straat, tussen de achtertuinen, ik ´Sinbad, Sinbad´ roepend en Pokus ´miauw, miauw´ roepend terwijl hij onder de hekken en heggen doorkroop naar plekken waar ik niet kon gaan. Tevergeefs. Zonder Sinbad keerden Pokus en ik huiswaarts.

Groot was de verrassing toen Pokus ´s avonds thuis kwam, mét Sinbad in zijn kielzog! Sinbad en Pokus waren maatjes voor het leven geworden. En ik had er twee kattenvriendjes bij. Negen jaar heeft Sinbad op mijn kussen geslapen in het kuiltje van mijn arm. Draaide ik, dan draaide hij. Negen jaar heeft hij mij getroost en aan het lachen gemaakt. Zijn vacht was niet waterdicht; er kwamen donkere plekken in als hij nat werd. Veel donkere plekken heb ik in zijn vacht gehuild, maar even vaak heb ik weer om hem gelachen als ik hem met die donkere vlekken zag.

Tot de kerst kwam dat ik ziek was. En niet in de gaten had dat Sinbad eigenlijk zieker was dan ik. Eén week heeft hij op de praktijk gezeten voor allerlei onderzoeken. Een doodsvonnis: zijn nieren deden het niet meer. Met behulp van medicijnen heb ik hem nog een week thuis gehad. Toen was zijn tijd gekomen. In mijn armen is hij ingeslapen; voor de laatste keer heb ik donkere vlekken in zijn vacht gehuild.

Een assistente kwam terloops even langs en vroeg: ´Is het zó erg´? Ja, het was zó erg om afscheid te nemen van mijn bijzondere kater! En weet je Sinbad, ik ben je nog niet vergeten. Sterker nog: soms mis ik je nog steeds!

GM